Een proces achter de schermen

‘Kunt u zeggen met wie u het bos in vluchtte‚ zonder namen te geven?’ De aanklager in de zaak tegen voormalig krijgsheer Bosco Ntaganda (43) heeft haar vraag nog maar net gesteld aan de Congolese getuige ‘P100’ in de rechtszaal van het Internationaal Strafhof en de straalverbinding met de buitenwereld floept op ‘blauw’. De zitting wordt ‘besloten’ voortgezet‚ meldt een scherm‚ dat deze septemberochtend niet meer zal verdwijnen.

Het is een typische zittingsdag in de nu een jaar durende zaak-Ntaganda. Niet eerder speelden zóveel zittingen van een Strafhof-proces zich af achter gesloten deuren. ‘P100’ zou al met vervormde stem en onherkenbaar gemaakt gezicht getuigen over de wandaden die Ntaganda’s militie UPC in 2002 en 2003 had begaan in het district Ituri in Oost-Congo. Maar wellicht zou zijn antwoord mensen in gevaar brengen.

Extra voorzichtig
Het Strafhof is extra voorzichtig geworden in zijn omgang met getuigen. Het moest in april dit jaar de rechtszaken staken tegen de Keniaanse president Uhuru Kenyatta en diens vicepresident William Ruto‚ over hun veronderstelde rol bij het verkiezingsgeweld van eind 2007 in Kenia‚ omdat belangrijke getuigen zich hadden teruggetrokken na omkoping en intimidatie.

Ook in de zaak-Ntaganda zou sprake zijn geweest van intimidatie. Het hof verbood Ntaganda’s verdedigers vorig jaar nog langer gebruik te maken van bepaalde onderzoekers in Ituri‚ nadat die contact hadden gezocht met getuigen van de aanklagers.

Ntaganda zou ook zelf getuigen onder druk hebben gezet. Vandaar dat hij alleen nog met zijn vrouw en moeder mag bellen‚ maximaal een uur per week‚ en slechts als iemand van het hof meeluistert. Uit protest tegen zulke beperkingen ging Ntaganda op 7 september in hongerstaking – ‘Ik ben bereid te sterven’‚ verklaarde hij – die hij bij het ter perse gaan van dit blad nog volhield.

Bizarre voorgeschiedenis
Het maakt zijn proces nog aparter dan het al is. Zo is geen enkele Strafhofverdachte van zó veel gruwelmisdrijven beschuldigd als Ntaganda (achttien stuks‚ waaronder op grote schaal moorden‚ verkrachten‚ en het inzetten van kindsoldaten) en heeft geen andere zaak zo’n bizarre voorgeschiedenis: Ntaganda liep na de publicatie van de aanklacht bijna zeven jaar vrij rond en diende zelfs in het Congolese leger. In 2013 gaf hij zich echter over aan de Amerikaanse ambassade in Rwanda‚ vermoedelijk omdat hij de steun van bepaalde beschermheren kwijt was en vreesde voor zijn leven.

Ntaganda wil sinds zijn hongerstaking niet meer in de rechtszaal verschijnen. Dus miste hij de uitleg van de Franse patholoog-anatoom Laurent Matrille bij opgegraven schedels van vermoedelijke slachtoffers van de UPC‚ twee dagen later. Maar ook de ergernis in de blik van rechter Robert Fremr‚ toen diezelfde dag de zaal ontruimd werd voor een brandoefening. Wie weet dat in één jaar er pas ruim dertig getuigen zijn gehoord‚ en dat alleen al de aanklager er nog vijftig wil horen‚ zal het ongeduld van Fremr goed begrijpen.

Over de auteur

Marnix de Bruyne (1965) is redacteur van mensenrechtenmagazine Wordt Vervolgd, een uitgave van Amnesty International. Eerder was hij correspondent in Zuid-Afrika voor Het Parool in (1999-2000) en redacteur Afrika bij de Volkskrant (2003-2011). Voor die krant schreef hij over het Sierra Leone-tribunaal en de eerste rechtszaken van het Internationaal Strafhof. In 2010 publiceerde De Bruyne 'Het land van Soekmekaar', over de worstelingen van het dorp Soekmekaar met het nieuwe Zuid-Afrika, vooral met de landhervorming. In het voorjaar van 2016 verschijnt zijn boek 'We moeten gaan', over Nederlandse boeren in Zimbabwe.
Andere bijdragen door

30

09 2016

Your Comment


Over De Zaak

Weblog over rechtszaken met internationale dimensies, waaronder zaken van het Internationaal Strafhof en andere internationale gerechtshoven.

 

De Zaak draait op WordPress MU. Gebaseerd op Yashfa ver. 1.7 door WP GPL
Entries (RSS) and Comments (RSS).