Kil, klein Nederland

Een rechtszaal is geen plek voor verzoening. Dat bleek eind augustus maar weer in de Haagse rechtbank tijdens de zaak waarin nabestaanden van de standrechtelijke executies in 1947 op Zuid-Sulawesi vroegen om schadevergoeding door de Nederlandse staat. Het waren immers Nederlandse soldaten die de executies voltrokken. En het waren diezelfde soldaten die kinderen dwongen toe te kijken hoe hun vader werd gedood.

Drie van deze ‘kinderen’ zijn aanwezig in de rechtszaal. Ze zijn inmiddels ver in de zeventig of begin tachtig en zitten onwennig tegenover de rechters. De Nederlandse staat peinst er niet over hen, net als de weduwen van de gefusilleerden, 20.000 euro schadevergoeding te geven.

Getraumatiseerd
Met de stelling van advocate Liesbeth Zegveld dat de kinderen even getraumatiseerd zijn als hun moeders, is onze staat, bij monde van de landsadvocaat, het niet eens. Ze waren destijds nog maar klein (3 tot 14 jaar oud), redeneert hij en ze zijn van ‘de volgende generatie’. Hun verklaringen zijn volgens de advocaat onvoldoende betrouwbaar. Daarnaast vreest hij dat we met een schadevergoeding voor hen ‘de deur open zetten naar andere categorieën familieleden’.

Met deze nogal onsamenhangende redenering lijkt de landsadvocaat te willen zeggen dat de kinderen wat hem betreft eigenlijk ‘tweedegeneratieslachtoffers’ zijn. Het is geen sterk betoog. In Nederland weten we hoe de tweedegeneratieslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog lijden en hebben geleden. Bovendien behoren de kinderen van Zuid-Sulawesi niet tot de tweede maar tot de eerste generatie.

Massagraf
De betrouwbaarheid van hun verklaringen is wel een heikel punt. De kinderen waren inderdaad nog jong en het is lang geleden. Bewijs maar eens dat het jouw vader was die in het massagraf ligt. En was het wel een standrechtelijke executie in zijn geval? En bewijs ook maar eens dat ook jij destijds gedwongen werd om toe te kijken. Natuurlijk moet ook in deze zaak het recht zorgvuldig worden toegepast. De feiten spreken echter voor zich: Nederland pleegde in enkele weken duizenden executies. De staat registreerde niets, liet zich nooit meer in het gebied zien, deed naderhand geen gedegen onderzoek en weigert dat ook nu nog te financieren.

Genereus
Het zou Nederland sieren als het zich genereus zou opstellen en ook bij twijfel de nabestaanden schadeloos zou stellen voor het aangedane leed. In plaats daarvan worden de kinderen van de slachtoffers onomwonden ervan beschuldigd dat ze een loopje nemen met de waarheid. De landsadvocaat vertelt hun dat ‘Indonesië in 1947 zijn administratie niet op orde had’, terwijl het land toen echt onder Nederlands gezag stond. Ook stelt hij dat 20.000 euro erg veel geld is in de Indonesische context.

Had de landsadvocaat maar een kleine buiging gemaakt naar de slachtoffers, dan was de verzoening wellicht iets dichterbij gekomen. Nu toont hij zich een vertegenwoordiger van het kille, kleine Nederland.

Over de auteur

Frederiek de Vlaming werkt bij de Rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam, afdeling Internationaal Strafrecht. Zij promoveerde in 2010 op een proefschrift over het beleid van de aanklager van het Joegoslavië Tribunaal. Zij was onder meer werkzaam bij Amnesty International en UNHCR. Zij woont in Amsterdam.
Andere bijdragen door

27

09 2014

Your Comment


Over De Zaak

Weblog over rechtszaken met internationale dimensies, waaronder zaken van het Internationaal Strafhof en andere internationale gerechtshoven.

 

De Zaak draait op WordPress MU. Gebaseerd op Yashfa ver. 1.7 door WP GPL
Entries (RSS) and Comments (RSS).