Desiré Delano Bouterse

‘Het was de Amnestiewet die het Surinaamse parlement in april 2012 aannam, die het hem deed. Ik was zó kwaad dat dít in mijn land kon gebeuren, dat ik Gerard Spong mailde en mijn diensten aanbood.’

Gedreven vertelt Gaetano Best (36), onderzoeker ‘internationale misdrijven’ bij de Universiteit van Amsterdam, hoe hij betrokken raakte bij pogingen Desi Bouterse en de 24 andere verdachten van de Decembermoorden te berechten. Spong is adviseur van de nabestaanden van de vijftien prominente Surinamers die in 1982 zijn vermoord, tijdens het bewind van legerleider Desi Bouterse, de huidige president. Hij gaf Bests naam door aan de nabestaanden, en inmiddels is Best een van hun ‘procesvertegenwoordigers’.

Mijlpaal
Als ik hem opzoek op de universiteit, legt hij de laatste hand aan een 60 pagina’s tellend verzoekschrift namens de nabestaanden. Eind augustus gaan ze het indienen bij de Inter-Amerikaanse mensenrechtencommissie. Een mijlpaal.

De nabestaanden besloten tot deze stap toen de krijgsraad in Suriname, die het proces-Bouterse leidt, in april nog eens benadrukte het proces tegen Bouterse c.s. voorlopig niet te hervatten. ‘Elke koe van zondag, om een Surinaamse uitdrukking te gebruiken, weet dat de Amnestiewet is bedoeld om de verdachten te vrijwaren van vervolging. En elke jurist weet dat dit in strijd is met het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens. Toch besloot de krijgsraad het bijna afgeronde proces op te schorten.’

Oog uitgepulkt
Best is vol van het werk, waar hij de hele zomer mee bezig is geweest. ‘De aanklacht spreekt van moord en mishandeling, maar “foltering”, voorafgaand aan de executies op 8 december 1982, was correcter geweest’, zegt hij op basis van de herlezen getuigenverklaringen. ‘Bij het ene slachtoffer was een oog uitgepulkt, bij een ander was het gezicht doelbewust ingekerfd, van oog- tot mondhoek. Een volgende had kogels in zijn bovenlijf, geschoten in de vorm van een kruis. Stel je de schok voor die de nabestaanden in het mortuarium hebben beleefd.’

In het verzoekschrift vragen de nabestaanden aan de Commissie om Suriname op te dragen de misdaden ‘te onderzoeken, te vervolgen en te bestraffen’, op basis van het ook door Suriname geratificeerde Inter-Amerikaanse Mensenrechtenverdrag. Ook vragen ze compensatie voor de nabestaanden. ‘Kostwinners met vier, vijf kinderen vielen weg, gezinnen moesten naar Nederland vluchten en opnieuw beginnen.’

“8 Decemberding”
Dan heb je het immateriële leed. ‘Bouterse heeft het nog altijd over het “8 Decemberding”; de nabestaanden noemt hij “vazallen” van Nederland en de VS. Moet je voorstellen hoe beledigend dat is. De commissie kan de regering opdragen zulke uitspraken te staken.’

Best verwacht dat de commissie Suriname zal aanbevelen het proces te hervatten. Gebeurt dit niet, dan verwijst zij de zaak naar het Inter-Amerikaanse Mensenrechtenhof, wiens uitspraak bindend is. Maar de huidige regering zal een uitspraak van het Hof toch nooit uitvoeren, werp ik op. Best kijkt veelbetekenend. Dan, met hoop in zijn stem: ‘In mei volgend jaar zijn er weer verkiezingen in Suriname.’

Over de auteur

Marnix de Bruyne (1965) is redacteur van mensenrechtenmagazine Wordt Vervolgd, een uitgave van Amnesty International. Eerder was hij correspondent in Zuid-Afrika voor Het Parool in (1999-2000) en redacteur Afrika bij de Volkskrant (2003-2011). Voor die krant schreef hij over het Sierra Leone-tribunaal en de eerste rechtszaken van het Internationaal Strafhof. In 2010 publiceerde De Bruyne 'Het land van Soekmekaar', over de worstelingen van het dorp Soekmekaar met het nieuwe Zuid-Afrika, vooral met de landhervorming. In het voorjaar van 2016 verschijnt zijn boek 'We moeten gaan', over Nederlandse boeren in Zimbabwe.
Andere bijdragen door

28

08 2014

Your Comment


Over De Zaak

Weblog over rechtszaken met internationale dimensies, waaronder zaken van het Internationaal Strafhof en andere internationale gerechtshoven.

 

De Zaak draait op WordPress MU. Gebaseerd op Yashfa ver. 1.7 door WP GPL
Entries (RSS) and Comments (RSS).