De rechtbank is duidelijk: voormalig Derg-lid Eshetu is een oorlogsmisdadiger
‘Justice has been done! Gerechtigheid is geschied, voor Ethiopië, voor mijn provincie Gojjam. Nu is dit hoofdstuk afgesloten voor mij.’ De Nederlandse rechters in het Haagse gerechtshof hebben vrijdag net hun veroordeling tot levenslang uitgesproken tegen Eshetu Alema, ex-lid van de Derg (het militaire, communistische regime dat in de jaren zeventig heerste in Ethiopië) als Negus Temesgen opstaat, een van de getuigen in het politie-onderzoek.
Met zijn kaarsrechte, lange gestalte verwoordt hij de gevoelens die leven bij hem en andere Ethiopiërs in de zaal die ooit het Derg-bewind zijn ontvlucht.
‘Ik zat tweeënhalf jaar in de gevangenis, samen met die anderen die zijn afgeslacht door deze kwaadaardige man. Maar ik heb het overleefd’, zegt hij, doelend op de 75 executies waartoe Eshetu volgens de rechtbank opdracht gaf. Nu zal Eshetu de komende 25 jaar vastzitten en geen kans krijgen op vervroegde vrijlating. ‘Dank u, Nederlandse overheid, dank u.’
Het mag eigenlijk niet, zo’n verklaring declameren in de rechtszaal, maar de rechters hebben de zaal net verlaten en de bodes en de parketpolitie grijpen niet in. Dat geeft deze uitzonderlijke zaak een even ongebruikelijke afsluiting.
Executie
De extreem zware misdaden die Eshetu ten laste waren gelegd, waaronder marteling, willekeurige gevangenschap van 321 mensen onder mensonwaardige omstandigheden, én de executie van 75 jongeren, hadden ook tijdens de tien zittingsdagen al veel emoties doen bovenkomen.
‘Ik heb vannacht nauwelijks geslapen’, zegt Sirak Asfaw (58), ex-sympathisant van de EPRP, de onder de Derg vervolgde oppositie, die elke zittingsdag in de zaal zat. ‘Ik droomde dat ik een huis wilde regelen, wat steeds mislukte. Het moet mijn angst zijn geweest dat de rechters het bewijs toch niet overtuigend vonden. Omdat ze, bijvoorbeeld, niet de originele executie- en arrestatiebevelen hebben gezien met Eshetu’s handtekening eronder, maar alleen fotokopieën. Maar nee: het vonnis is super. Wat een mooie, mooie dag.’
Maar nee: het vonnis is super. Wat een mooie, mooie dag.’
De rechters verwerpen in hun 147 pagina’s tellende uitspraak inderdaad alle tegenwerpingen die de verdediging maakte. Zo noemen ze het ‘uiterst onwaarschijnlijk’ dat er sprake is van vervalsing van de bewijsstukken, zoals de brief met 73 namen, waarin Eshetu in augustus 1978 de gevangenisdirectie opdraagt tegen de genoemde personen ‘revolutionaire maatregelen’ te treffen (lees: hen te executeren).
Geen onredelijke termijn
Ook verwierpen ze een klacht in verband met het artikel in Vrij Nederland uit 1998, dat de aanleiding basis vormde voor het politieonderzoek. Omdat Eshetu nu pas is vervolgd, terwijl het OM al sinds 1998 van zijn bestaan zou weten, zou van een ‘redelijke termijn’ waarbinnen recht gesproken moet worden geen sprake zijn, had advocaat Sander Arts betoogd. Maar van zo’n redelijke termijn is pas sprake vanaf het moment dat de – tot dan toe nietsvermoedende – Eshetu is gearresteerd, legde rechtbankvoorzitter M.T. Renckens uit. En dat was in 2015. De rechtbank ‘verwerpt’ dat bezwaar dus, omdat ruim twee jaar voor zo’n ‘complexe zaak’ geen onredelijke termijn is.
Het enige dat de rechters niet bewezen achtten is dat Eshetu persoonlijk deelnam aan de vaak gruwelijke martelingen, zoals wefee ilala (‘het vogeltje’). Daarbij worden de armen en benen van een gevangene achter zijn rug aan elkaar gebonden, waaraan hij of zij vervolgens aan een touw wordt opgehesen – om daarna, terwijl hij in de lucht hangt, overal te worden geslagen. Omdat Eshetu als de ‘meerdere’ verantwoordelijk was, werd hij echter wél schuldig bevonden aan zulke martelingen.
Een van de apostelen
‘Eshetu was een van de veertien apostelen, kun je zeggen. De hoofden van de veertien provincies in het land. Zij hadden de meeste macht binnen de Derg’, vertelt Sirak Asfaw. ‘Ik ken iemand die in de luchtmacht zat in die tijd. Als een van de hoofden van de zo’n provincie de opdracht gaf tot een bombardement, moest je dat meteen uitvoeren.’
Asfaw, voor de gelegenheid gekleed in een lichtgrijs zomers pak met een bonte, roodgele stropdas draagt op zijn revers een zwart-witfoto van zijn boezemvriend Abate Achullee, die is vermoord door de Derg. Hij omarmt enkele andere Ethiopiërs, ook ex-aanhangers van de EPRP. Toch stoort hij zich aan de geringe aandacht van Ethiopische media en van andere Ethiopische Nederlanders als hij voor dit proces. Zijn aanwezigheid is óók een eerbetoon aan de staat de Nederlanden, die hem zoveel kansen gaf: Asfaw was 17 toen hij uit Addis Abeba vluchtte naar de toenmalige Ethiopische havenstad Asseb (nu in Eritrea). Hij hoopte van daar per schip het land te kunnen verlaten. Na te vroeg te zijn ontmaskerd als verstekeling, leverde een Griekse kapitein hem uit aan de politie, maar ‘dankzij mijn babyface en geluk’ kwam hij na een paar weken weer vrij. In Asseb leefde hij een jaar als dagloner, slapend op het dek van allerlei schepen of op de kade, voordat hij zich opnieuw op een schip kon verschuilen. ‘Het was de nacht van 1 op 2 mei in 1978, de Dag van de Arbeid en dus een feestdag zonder avondklok’, verklaart hij. Dit keer had hij meer succes en voer hij in vier weken naar Nederland.
Begraven tank
Asfaw nam vele dagen vrij om de zaak tegen Eshetu te kunnen volgen, steeds gekleed in rouwkleuren. In pauzes gaf hij desgevraagd extra context, met soms bizarre details. Zo vertelde hij van de martelingen die zo zwaar waren, dat een opgepakte jongen uit Asfaws woonwijk ‘bekende’ dat daar ergens een tank begraven lag. ‘De Derg geloofde het nog ook. Gingen ze in die dichtbevolkte wijk graven naar die tank.’
Of over de documentaire die in 1973 op de Ethiopische televisie was te zien over de ‘verborgen hongersnood’ onder 150.000 Ethiopiërs, van de Britse journalist Jonathan Dimbleby. Te zien waren beelden van uitgemergelde kinderen, terwijl op dat moment keizer Haile Selassie en zijn familie in weelde leefden. ‘Haile Selassie verloor daardoor alle steun bij de bevolking. Maar het laat ook zien dat er in zijn laatste jaren relatief veel persvrijheid was.’
Eshetu en de zijnen hebben mijn land kapot gemaakt. Ook de huidige dictatoriale regering in Ethiopië is er een gevolg van.
Hoeveel doden de Derg op zijn geweten heeft? Sommige experts spreken van 150.000, Asfaw sluit een half miljoen niet uit. Een hele generatie studenten, politici en intellectuelen is uitgeroeid, zegt hij bitter. ‘Eshetu en de zijnen hebben mijn land kapot gemaakt. Ook de huidige dictatoriale regering in Ethiopië is er een gevolg van.’ Hij doelt op de steeds autoritairder regerende EPRDF, ooit een militie die in 1991 het Derg-bewind van Mengistu Haile Mariam verdreef.
Inmiddels zijn nieuwe milities opgestaan die het huidige bewind bestrijden. Een daarvan is Patriottic Ginbot 7 (‘groep 7’) die in het noorden van Ethiopië aanslagen pleegt. Asfaw blijkt hen te steunen: ‘Het is uit wanhoop. Ik hoop dat door hun acties de regering naar de onderhandelingstafel wordt gedwongen, dat het land democratischer wordt.’
Maar ze beschieten konvooien, waardoor militairen omkomen. Vindt hij niet dat de geschiedenis zich daardoor alleen maar herhaalt? ‘Je hebt gelijk, al vallen ze dan geen burgers aan’, verzucht hij. ‘Maar wat moet je dan? Naar een demonstratie in Den Haag luisteren ze in Addis Abeba niet.’
Zimbabwe
Er zijn voorbeelden van gewapende Afrikaanse strijdgroepen die een autoritair regime tot onderhandelen dwongen: zo streden de Zimbabwaanse milities ZANU en ZAPU met zoveel succes tegen het witte minderheidsbewind van Ian Smith dat in 1979 vrede werd gesloten, na onderhandelingen in Londen. In 1980 volgden verkiezingen, die ZANU dik won. Haar leider was Robert Mugabe, die sindsdien heeft geregeerd in Zimbabwe. Al gauw werd hij minder democratisch, en kon hij alleen via stembusfraude aan de macht blijven. Tot hij vorige maand door zijn eigen leger werd afgezet.
Zanu-milities trainden in het Ethiopië van Mengistu, die daarvoor werd beloond toen hij in 1991 werd verjaagd en een ballingsoord zocht: hij mocht zich in Harare vestigen, waar hij nog altijd woont. Nu Mugabe is verjaagd, hopen Ethiopiërs dat de inmiddels 80-jarige Mengistu toch nog vervolgd kan worden. De naam van de nieuwe Zimbabwaanse president Emmerson Mnangagwa, die dit mogelijk moet maken,klinkt in de gangen van de rechtbank, vlak nadat het vonnis is uitgesproken.
Maar Mnangagwa, zelf een ex-guerrillero, steunt op het leger dat Mengistu altijd heeft beschermd. Genoeg reden tot pessimisme, denkt Reed Brody van Human Rights Watch, de grote motor achter de vervolging van de Tsjadische dictator Hissène Habré. ‘Mengistu is waarschijnlijk nog veilig’, laat hij weten vanuit New York.
Enige weken na dit vonnis werd bekend dat Eshetu in beroep gaat tegen het vonnis. Dat zal in de loop van 2018 dienen.
Dit artikel is eerder verschenen op VN.nl.